Dit heb je nodig: kattenluik, meetlint, waterpas, tape, boormachine met boor, decoupeerzaag of glassnijder, lange bouten, moeren, een veiligheidsbril en schuurpapier.
1. De afstand van de grond tot het laagste punt van de buik van je kat is belangrijk. Dat is namelijk ook de hoogte waarop je het kattenluik gaat plaatsen. Dus meet je kat op. Niet elke kat is even groot, maar gemiddeld zit een kattenluik op zo’n vijftien cm van de vloer.
2. Pak het papieren patroon erbij dat met het kattenluik meegeleverd is. Dit patroon geeft de vorm en grootte van de opening weer. Zat er geen patroon bij? Gebruik dan het kattenluik zelf als patroon.
3. Doe de deur voor de zekerheid op slot om te voorkomen dat hij onverwachts openzwaait als jij erachter zit.
4. De onderkant van het patroon of de onderkant van de opening dient op gelijke hoogte te komen met de buikhoogte van je kat. Markeer met een potlood de hoogte van het kattenluik op twee plaatsen op het glas, de deur of de muur voor een rechte lijn. Gebruik eventueel nog een waterpas om het kattenluik recht te plaatsen.
5. Bepaal het midden van de deur en plak het patroon met tape op het glas, de deur of muur. Zorg daarbij dat het middelpunt van het patroon ook het midden van de deur is. Wanneer je het kattenluik als patroon gebruikt, markeer dan met een potlood de opening en schroefgaten.
6. Boor nu op de vier plekken die in de hoeken van de opening op het patroon staan aangegeven. Zet eventueel een veiligheidsbril op tijdens het boren. Gebruik voor glas een speciale glasboor.
7. Trek met een potlood de horizontale en verticale verbindingslijnen tussen de boorgaten.
8. Snijd vervolgens met een decoupeerzaag de vorm van de opening uit de deur. Volg daarbij nauwkeurig de lijnen. Houd de zaag goed vlak tegen de deur en voorkom dat hij gaat pendelen. Bij glas gebruik je een glassnijder.
9. Verwijder het binnenste gedeelte, verwijder grof zaagsel en schuur de randen netjes bij met schuurpapier zodat je kat zich niet verwondt.
10. Bevestig nu eerst de voorzijde van het kattenluik in de deur over het gat en controleer of de klep goed kan bewegen.
11. Teken de schroefgaten in de vier hoeken van het kattenluik af.
12. Boor vier gaten door de deur of muur met een boor met de aangegeven diameter. Probeer de boor zo horizontaal mogelijk te houden.
13. Plaats de tunnel op de juiste positie en steek de lange boutjes door de schroefgaten.
14. Sluit de andere helft van het kattenluik aan op de tunnel, over de uitstekende bouteinden.
15. Zet het kattenluik losjes vast in het glas, de deur of de muur. Zit hij recht? Draai de schroeven dan goed vast en plaats eventueel afdekkapjes op de schroeven.